Het andreaskruis wordt aan een overweg geplaatst om spoorwegovergangen te markeren. In Nederland en België geeft een enkel kruis aan dat men een overgang met enkelspoor nadert en een dubbel kruis dat er twee of meer sporen zijn. Het is altijd rood en wit geschilderd. Het kruis heeft drie lichten. Wanneer de overweg open is, knippert onderaan een wit licht. Is hij gesloten dan branden bovenaan afwisselend twee rode lichten. Dit andreaskruis is op een paal bevestigd.