Het toestel bestaat uit een houten kist die door middel van twee haakjes kon worden opgehangen. Bovenop bevindt zich een bel, links een haak om de hoorn aan te hangen, rechts een draaihendel en vooraan verschillende schakelaars en ingangen die dienden om oproepen door te schakelen. Het toestel heeft nog twee draden die voor de verbindingen zorgden.