Een stoomlocomotief type 10 (2C1 Pacific) rijdt aan kop van een internationale reizigerstrein samengesteld uit I 1-rijtuigen. Op de voorgrond zien we een draaischijf waarmee men de locomotieven kon draaien. Hoewel stoomlocomotieven zowel vooruit als achteruit kunnen rijden, kan achteruitrijden meestal slechts aan beperkte snelheid. Daarom werden de locomotieven aan het einde van een traject gedraaid.