Deze paarse seinarm heeft een schijfvormig uiteinde en een witte dwarsstreep. Deze seinarm geldt voor rangeringen, uitwijkingen en het berijden van een gedeeltelijk bezet spoor en is kleiner dan andere seinarmen. Gemonteerd aan een seinpaal kan de arm in twee standen gezet worden: schuin omhoog (45°) wanneer kleine bewegingen aan maximum 40 km/u zijn toegelaten en horizontaal (0°) voor stilstand.