Een telefooncentrale dient om oproepen door te schakelen. Dit gebeurde aan de hand van de verschillende knoppen en stekkeringangen op de voorzijde van de houten kast. Opzij bevindt zich aan de ene kant de hoorn aan een haak en aan de andere kant een draaihendeltje. Om een oproep te doen moest men met de draaihendel de magneetinductor op gang brengen. Bovenop het toestel staat een bel.