Deze spoorspijker was een onderdeel van de eerste spoorweg van de Belgische Staatsspoorwegen en werd in de Centrale Werkplaats Mechelen opgegraven. De spoorstaven werden in gietijzeren draagstoelen geklemd met behulp van ijzeren pennen. Deze draagstoelen werden op draagstukken van wit hout gespijkerd. Pas in 1860 verdwenen de draagstoelen met pennen, door de komst van de Vignolespoorstaaf.