Deze seinpaal heeft een rode seinarm met bolvormig uiteinde en een witte streep. Aan de arm zijn twee gekleurde lenzen bevestigd zodat 's nachts lichtseinen konden gegeven worden. De seinarm kan in twee standen gezet worden. Wanneer de arm horizontaal staat en het rode licht schijnt moet de machinist de trein voor het sein doen stoppen. Staat hij schuin omhoog (45°) en brandt het groene licht, dan is doorrijden toegelaten tegen de normale snelheid.