Voor het smeren van de kruiskop, drijf- en koppelstangen van een stoomlocomotief vult het locomtiefpersoneel de respectievelijke oliebakjes met een oliespuit. Via pijpjes vloeit de olie uit de oliebakjes naar de smeerkommetjes van het drijfwerk. De pinnen bevinden zich vermoedelijk aan het uiteinde van de smeerpijpjes om de olie druppelsgewijs over de wrijvende onderdelen te verdelen.