Dit sein heeft een stopseinarm (rood met een witte streep) en waarschuwingsseinarm (geel met pijlvormig uiteinde en zwarte streep), boven elkaar geplaatst. De stopseinarm kan in drie standen gezet worden. Wanneer hij horizontaal staat beveelt men een onmiddellijke stilstand voor alle bewegingen. Staat hij schuin omhoog (45°), dan is doorrijden toegelaten tegen een verminderde snelheid. Staat de arm verticaal (90°) is doorrijden toegelaten tegen de normale snelheid. Het waarschuwingssein licht bestuurders in over de aanwijzingen die door een volgend stopsein zullen gegeven worden.