De glasplaat toont vooraan twee oude mechanische richtingsseinen met twee standen. De bovenste arm geeft seinen voor het hoofdspoor, de middelste voor het zijspoor. Links zien we een stopsein voor normaal spoor, rechts een sein voor tegenspoor. De seinpalen zijn met rangeerseinen uitgerust. Een van de rangeerseinen staat open. De seinglazen maken deel uit van de seinarmen en worden met petroleumlampen verlicht. Rechts zien we een naderingsbaken.