De film start met een poëtische beschouwing over reizen door de eeuwen heen. Beelden van steden en landschappen volgen elkaar op. In het tweede deel wordt de nadruk gelegd op hoe door de spoorwegen reizen sneller en grensoverschrijdender geworden is. We zien verschillende types stoomlocomotieven en reizigerstreinen rijden, arbeiders onderhouden het spoor en brengen een bovenleiding aan. Elektrische locomotieven vervangen de stoomlocomotieven. Pendelaars vertrekken huiswaarts vanuit het station Brussel-Centraal. Reizigers nemen de trein om op vakantie te gaan en om Gent, Brugge, Luik en Dinant te ontdekken.