In antwoord op een vraag van de bijzondere commissie die door de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd aangesteld om de voorwaarden van de veiligheid van het spoorwegennet in België te onderzoeken naar aanleiding van het dramatisch treinongeval in Buizingen, heeft het Rekenhof in augustus 2010 een verslag over de spoorveiligheid gepubliceerd. Bij brief, ontvangen op 9 november 2010, verzocht de voorzitter van die commissie het Rekenhof een bijkomende opdracht uit te voeren. Die bestond uit een analyse en een evaluatie van een aantal verheidsopdrachten, in samenhang met de keuzes voor bepaalde technologieën, die sinds 1982 werden gegund om de infrastructuur en het rollend materieel uit te rusten met automatische treinbeveiligingssystemen. De vragen van de voorzitter van de commissie hadden betrekking op het beroep op de mededinging en de gelijke behandeling bij de keuze van de medecontractanten. Dit verslag komt aan die vraag tegemoet.
In hoofdstuk 1 komen het wettelijk kader en de controleomgeving aan bod van de opdrachten die de maatschappijen van de NMBS-groep hebben gegund.
Hoofdstuk 2 preciseert de selectiecriteria van de zeven onderzochte overheidsopdrachten die door Infrabel of de NMBS werden gegund en die een globale financiële inzet van 180 miljoen euro vertegenwoordigen. Voor elk van die opdrachten werd een samenvattende fiche en een historische analyse gemaakt, en werden specifieke aandachtspunten vermeld.
Hoofdstuk 3 tot slot bevat de algemene conclusies van die analyse. Met het oog op kwaliteitsvolle informatie heeft het Rekenhof een tegensprekelijke procedure over dit verslag gevoerd met de minister van Overheidsbedrijven,
de FOD Mobiliteit en Vervoer en de maatschappijen van de NMBS-groep.

• Mot-clé
  ETUDE, SNCB, MARCHE PUBLIC, CONTROLE, ACCIDENT FERROVIAIRE, RAPPORT, ETCS, SECURITE FERROVIAIRE, TRANSMISSION BALISE-LOCOMOTIVE, NORME DE SECURITE, SECURITE DES CIRCULATIONS, BELGIQUE