Deze metalen bus heeft een beweeglijk handvat dat aan de bus is vastgemaakt. Het deksel heeft scharnieren. Onderaan rechts is een korte pijpleiding. De bus werd vermoedelijk gebruikt om een carbidlamp met carbuur te vullen. In een carbidlamp zit een waterreservoir waaruit water op de carbuur druppelt en ethyn ontstaat. Het ethyngas verbrandt vervolgens met een vlam die een helderwit licht geeft. Tussen 1900 en 1945 werden seinlantaarns met dit verlichtingssysteem uitgerust.