Elke overweg is met een nummerbord uitgerust. Het helpt de machinist bij het vervullen van de overschrijdingsformaliteiten indien de overweg gestoord is. Het gele bord heeft zwarte randen en centraal staat een cijfer (op 1 bord het cijfer 31, op het andere het cijfer 2). Het bord heeft een kort metalen handvat dat op een stok kon gemonteerd worden.