In geval van nood of bij een defect sein kon men met een handsein een waarschuwing geven aan de treinbestuurders. 's Nachts deed men dit door de trein tegemoet te lopen, zwaaiend met een seinlantaarn. Deze zwarte lantaarn staat op een ronde voet en heeft een klein handvat bovenaan. Ze heeft vier glazen zijden in verschillende kleuren: wit (om de uitvoering van bepaalde bewegingen te bevestigen), geel (om doorrijden toe te laten, maar wel tegen een verminderde snelheid) en blauw. Voor de vierde zijde zit een ondoorzichtig zwart plaatje.